De nieuwe functie master verpleegkundige bij het Antoni van Leeuwenhoek

Inzetten van expertise

Deze functie geeft verpleegkundigen met een masteropleiding de kans hun kennis breed in te zetten, zonder het directe patiëntencontact te verliezen. Volgens Sara vraagt de functie om pioniers: “Deze functie is nieuw in onze organisatie. Je moet verbinding kunnen maken en het grotere plaatje zien, zodat je je expertise niet alleen voor individuele patiënten gebruikt, maar ook voor bredere zorgprocessen.” Inmiddels zijn de eerste vier master verpleegkundigen geworven, elk met hun eigen achtergrond en accenten.

Beleid en zorg verbinden

Danick Doeleman werkt al acht jaar in het AVL, waarvan de laatste paar jaar als beleidsmedewerker bij de afdeling Kwaliteit en als verpleegkundige op de 4e etage. Zij combineert vanaf 1 november haar werk als verpleegkundige met een beleidsrol in de functie master verpleegkundige beleid. “Het mooiste is dat ik signalen uit de praktijk kan vertalen naar beleid én andersom,” zegt Danick. “Ik krijg energie van meedenken over hoe we de zorg beter kunnen organiseren, maar ik wil het contact met patiënten niet missen. Deze functie maakt het mogelijk om te schakelen tussen die twee werelden.”

Ze noemt analytisch vermogen, goed luisteren en nieuwsgierigheid als onmisbare eigenschappen. “Je moet makkelijk kunnen bewegen tussen de dagelijkse zorg en beleidsvraagstukken. Vanuit mijn achtergrond in beide functies kijk ik ernaar uit om samen met collega’s deze nieuwe functie vorm te geven.”

Onderzoek toepassen in de praktijk

Roos Enzlin is oncologieverpleegkundige op de Dagbehandeling en daarnaast verpleegkundig onderzoeker. “Het combineren van zorg en onderzoek versterkt elkaar,” legt ze uit. “Doordat ik zelf aan het bed sta, kan ik nieuwe vraagstukken ophalen bij patiënten, hun naasten en collega’s. Ikzelf ben altijd al een kritische denker geweest, ik wil het waarom achter dingen weten. Deze eigenschap kan ik goed kwijt in het onderzoekdeel van de functie. Daarnaast houd ik van het werk op de afdeling, het contact met patiënten, de technische kant van de zorg, en het bijstaan van mensen in een hele moeilijke en kwetsbare periode in hun leven.”

Roos richt zich onder meer op het verbeteren van de resultaten van hoofdhuidkoeling. Kritisch denken en goede communicatie zijn volgens haar cruciaal: “Je moet onderzoeksresultaten kunnen vertalen naar bruikbare tools voor de praktijk en collega’s daarin meenemen.”

Wetenschap en patiëntenzorg hand in hand

Ook Merel van Klinken kiest bewust voor de combinatie van onderzoek en directe zorg. Ze is oncologieverpleegkundige, palliatief consulent en verplegingswetenschapper, en start per 1 november als master verpleegkundige onderzoek. “Het AVL loopt voorop in wetenschappelijk onderzoek,” vertelt Merel. “Nieuwe en experimentele behandelingen hebben veel invloed op de verpleegkundige praktijk. Wie kan daar beter onderzoek naar doen dan verpleegkundigen die zelf nog dagelijks in de patiëntenzorg staan?”

Voor Merel is nieuwsgierigheid de drijvende kracht. “Deze functie geeft me de kans om onderzoek te doen én het mooiste vak - oncologieverpleegkundige - te blijven uitoefenen.”

Professionalisering

Sara: “Het bijzondere is dat verpleegkundigen hun masterkennis breed kunnen inzetten, zonder de zorg te verlaten. Voor het AVL is dit een belangrijke stap vooruit én een kans om de verpleegkundige beroepsgroep verder te professionaliseren en aan te sluiten bij de nieuwe ontwikkelingen in het verpleegkundig vakgebied.”